Op 35-jarige
leeftijd kreeg ik de diagnose Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Vanaf
dat moment konden vele puzzelstukjes op hun plek gaan vallen. Ik
kreeg hulp bij het acceptatieproces van het anders zijn, leerde mijn
eigen kwaliteiten ontdekken en waarderen en ik leerde omgaan met
prikkelverwerking, en hoe ik mijn energiebalans kon vinden. Dit
proces is nog niet afgerond, maar ik ben al een eind op weg. Ik ben
mijn huidige hulpverleners erg erkentelijk voor dit proces. Zonder
hun hulp en mijn eigen inzet had ik anders deze fietstocht naar
Santiago de Compostela niet kunnen maken.
Het heeft wel lang
geduurd voordat ik wist wat er met mij aan de hand was en dat komt
omdat autisme bij vrouwen zo moeilijk te herkennen is. Vrouwen met
austisme vallen in eerste instantie niet genoeg op door ‘bijzonder
gedrag’ of omdat ze wél (oog)contact maken en (veel) praten, zoals
bij mij ook het geval is. Ik doe mijn best om aan het sociale beeld
en verwachtingen te voldoen. Veel mensen reageren dan ook verbaasd
als ter sprake komt dat ik autisme heb. Vaak is de reactie dat ze dat
nou toch echt niet was opgevallen. Dat is natuurlijk als compliment
bedoeld, maar het voelt niet zo. Inmiddels ga ik mij niet meer
verantwoorden hiervoor.
Ook komt het vaak
voor dat vrouwen niet de juiste diagnose krijgen. Hulpverleners
registreren wel afwijkend gedrag maar zien hier eerder een
persoonlijkheidsstoornis in dan autisme. Zij herkennen getoond gedrag
niet als een overlevingsstrategie om eigen veiligheid,
voorspelbaarheid en overzicht te creëren. Puur en alleen om zich
staande te kunnen houden in alle onduidelijkheid. Zo kreeg ik ook
eerst een verkeerde diagnose. Hierdoor sloot de geboden hulp niet
aan. Erger nog, ik raakte door een verkeerde groepstherapie verder
bij mijzelf vandaan dan wenselijk. Bij mij vlogen de mandarijnen
letterlijk door de gang en menig deur werd hard dicht geslagen. Ik
heb mij nog nooit zo onmachtig en onbegrepen gevoeld als toen.
Ik probeerde al jong
de sociale codes te begrijpen. Ik probeerde gedrag, trucjes,
omgangsvormen van anderen te kopiëren/aan te leren. Ik was en ben
vaak bezig met gedrag van mensen te observeren (dat begon al tijdens
de pauzes op het schoolplein) en probeer(de) dat toe te passen. Dat
kost veel energie in sociale situaties. Echter, het aanpassen lukt(e)
nooit 100%. Ik voel(de) mijn ‘anders zijn’ in sociale situaties,
omdat ik goed kon/kan waarnemen dat mij niet lukt(e) wat anderen
blijkbaar geen moeite kost. Bij ieder gesprek
ben ik naast het onderwerp bezig met dat ik de ander ook vragen moet
stellen, aan moet kijken en probeer ik mij een voorstelling te maken
hoe iets voor iemand is.
In het dagelijks
leven heb ik zoal moeite met mij aanpassen aan veranderingen in
bestaande situaties, sociaal gebabbel, perfectionisme en
detailgerichtheid met vastdraaien in dingen als gevolg (neem bv de
voorbereiding op deze reis, zie eerder blog) en dwalen gesprekken
snel van het onderwerp af doordat ik veel last heb van associaties.
Ik kan zomaar over iets beginnen, wat voor de ander op dat moment
niet duidelijk is. Voor mijn relatie met mijn man moet ik mij erg
inzetten om het evenwicht en de afstemming goed te houden. Omdat in
deze zaken veel energie gaat zitten, vind ik het huishouden minder
van belang en doet mijn man daarin gelukkig een hoop. Bij mij duurt
iets als eten koken bv ook veel langer, maar het lukt mij inmiddels
wel. Ik maak niet meer telkens hetzelfde en het eten kan ik meestal
in de juiste volgorde bereiden. En voor ontspanning en in mijn
vrijwilligerswerk heb ik externe structuur (nabijheid of opdracht van
iemand anders) nodig anders blijf ik onrustig of ga ik 'zwemmen'.
Om overzicht te
houden in bovenstaande 'taken' van het leven moet ik mijn dag/week
plannen en prioriteiten stellen. Dat is tijdens deze fietstocht ook
het geval. Elke dag weet ik waar ik naar toe ga en in de
steden/onderweg kan ik niet van alles gaan bekijken. Dat zou te veel
onrust en prikkels geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten